Oerend hard

Eerder verschenen in Motorblaadje.nl

Olafs Motorplaatje 4

Oerend hard – Normaal


Dit is het Nederlandstalige nummer bij uitstek dat voor veel mensen het motorgevoel het beste weergeeft. Het stond niet voor niets op nummer 1 bij de verkiezing van beste motorsongs tijdens de TT van Assen in 2006.

Het nummer kent een waanzinnig krachtige intro. “Ik zeg oeh (oeh), ik zeg aah (aah), oeh (oeh), aah (aah)”. Gevolgd door een lekkere vette gitaarrif. Je weet meteen dit wordt scheuren. Het intro is ook ideaal om live te spelen, je hebt meteen contact met je publiek.
Het verhaal over Tinus en Bertus is heel herkenbaar. Twee roekeloze vrienden die naar een motorcross gaan. Het lied had over jou zelf kunnen gaan of je kent iemand die op Bertus of Tinus lijkt.
Het moet wel slecht met ze aflopen en dat gebeurt dan ook. En het nummer lijkt een droevig einde te krijgen. Want “Ze gingen nooit, nee nee nooit. Nooit meer oerend hard”.
Maar dan volgt de finale met “Maar wie goat oeh, oehoe, oehoe, oehoe, oehoe oehoerend hard”. Waardoor deze droevige ballade wordt afgerond met een meezinggedeelte waar menig liedjesschrijver jaloers op zal zijn.
Zo’n geniale song in al zijn eenvoud moet wel een hit worden. Maar makkelijk was het niet.

Het nummer is van de Achterhoekse formatie “Normaal”. Deze band ontstaat eind 1974 als kunstenaar Ben Jolink besluit om muzikant te worden. Hij vraagt zijn vrienden Ferdi Jolij en Jan Manschot om mee te doen. Jolink, die al jaren de presentatie verzorgt van het popfestival in Lochem, regelt bij de organisator van het festival Joost Carlier, toevallig zijn zwager, dat hij met zijn bandje mag openen. Om goed voorbereid te zijn gaat de groep, aangevuld met Willem van Dijk en Jan Kolkman, repeteren in het jongerencentrum in Doetinchem. Ze beginnen met het spelen van rechtoe-rechtaan-rockmuziek, en zien wel waar het schip strandt. Later schrijven ze ook eigen liedjes, eerst nog in het Engels, maar al snel maken ze de overstap naar teksten in het Achterhoeks dialect. De naam wordt bedacht door Jolij, omdat tijdens de repetities vaak gezegd wordt: “Laten we toch normaal doen”.
Ze treden een paar keer op voor publiek en dan is het zover: Hemelvaartsdag 8 mei 1975 de opening van het popfestival in Lochem. Ze starten met Engelstalige rock’n roll en gaan dan over op liedjes in het Achterhoeks. Maar pas als ze het langzame nummer “De drieterije blues” inzetten en de zang voor iedereen goed is te verstaan, valt het kwartje massaal bij het publiek: deze band zingt in hun streektaal, da’s nog nooit vertoond!

Na Lochem is het duidelijk, “Normaal” heeft een kans in het dialect. Ze besluiten om verder te gaan met Joost Carlier als hun manager. De bezetting wordt aangepast: Van Dijk en Kolkman stappen op. En “Normaal” vraagt Willem ter Horst om bij de band te komen. Alle bandleden krijgen een bijnaam om het imago van de band te versterken. Vanaf dan bestaat “Normaal” uit: Buizen Beernd (Bennie Jolink) zang en slidegitaar, Frederik Puntdroad (Ferdi Jolij) op gitaar en zang, Wimke van Diene (Willem ter Horst) op bas, en Brekken Jan Schampschot (Jan Manschot) drums en geschreeuw op de achtergrond. Later bouwen ze hun boerse imago uit door voortaan op te treden in te ruime tweedehands pakken die Jolink’s vrouw koopt bij het Leger des Heils.

En het imago werkt. In 1975 krijgt de band steeds meer optredens. Ze nemen de geluidsinstallatie over van een ander popgroep. En ook aan de lichtshow is gedacht: één bouwlamp die Jolink zelf aan en uit knippert. “Normaal” verwerft zich een stevige live-reputatie en ze worden beroepsmuzikanten. Het wordt tijd om een plaatje op te nemen. Manager Carlier besluit om een demo op te sturen naar Peter Koelewijn, de eerste Nederlandstalige rocker en met een eigen studio waarin hij platen produceert. Hij nodigt de band uit om langs te komen. Ze nemen 10 nummers op en Koelewijn bepaalt welke liedjes op single komen, maar ook dat de teksten Nederlandser moeten. Uiteindelijk verschijnt de eerste single: “Hels as een jagthond”. In juni 1976 wordt de single uitgebracht. Maar die komt niet verder dan de Nederlandstalige top 10. Op de radio wordt de single niet gedraaid. “Normaal” verdenkt Hilversum van een boycot en volgens Koelewijn maken liedjes in het dialect geen kans bij het grote publiek. Maar dat is niet de ervaring van wat “Normaal” bij optredens meemaakt. Daar is het publiek altijd heel enthousiast. Koelewijn ziet geen brood in nog meer singles van Normaal in het dialect.
De band moet op zoek naar een nieuwe platenmaatschappij. Dat wordt Telstar van Johnny Hoes, die maatschappij heeft ervaring met de promotie van artiesten uit een bepaalde streek via radiopiraten. Bovendien krijgt de groep de vrijheid om de liedjes op te nemen zoals zij het hebben willen. De eerste single die Normaal op neemt is het ruigste nummer wat ze tot dan toe hebben geschreven: “Oerend Hard”.

In maart wordt de single uitgebracht en al snel is het een hit in de Achterhoek. De verkoop gaat gestaag verder en “Oerend hard” komt op nummer 30 binnen in de top 40. Toppop wil “Normaal” in de volgende uitzending. Er komt een studiowagen naar Hummelo om buitenopnamen te maken. Heel het dorp loopt uit.
Dan blijkt dat geen van de leden van “Normaal” een motorrijbewijs heeft. Wat wel vaker het geval is met mensen die over motorrijden schrijven, ik moet bekennen dat ik ook geen motorrijbewijs heb, en dat ik alleen een paar keer op een motor heb gereden.
Omdat Jolink en Manschot de enige twee leden zijn van Normaal die ervaring hebben met motorrijden, mogen zij de rollen van Bertus en Tinus vertolken in de videoclip. De motoren worden geleend van de plaatselijke motorclub. Alleen zijn dat geen Norton en ook geen BSA. Als je de videoclip bekijkt zie je dat Jolink op een BMW rijdt en Manschot op een Suzuki GS (met dank aan professor Knalpotz Bas Völlink).
Die avond heeft “Normaal” een optreden en met een stevige kater rijden ze de volgende dag naar Hilversum voor de opnamen in de studio van Toppop. Voor de zekerheid is elke auto voorzien van een kratje Grolsch want je weet maar nooit of je in het Westen iets fatsoenlijks te drinken krijgt aangeboden. Jolink begint zich onder weg op te fokken over het feit dat ze moeten playbacken. In de studio blijkt dat tv-opnames vooral bestaan uit wachten. Om vijf uur, zijn er nog geen opnamen gemaakt, maar gaat het studiopersoneel eten en wordt “Normaal” achtergelaten in de kleedkamer. De stemming daalt tot het vriespunt. De fotograaf van de band stoot een spiegel kapot. Het wachten duurt lang, maar dan mogen ze eindelijk “Oerend hard” playbacken. Voor de “noodzakelijke agrarische aankleding” heeft “Normaal” zijn eigen strokanon meegenomen. Aan het einde is de hele studiovloer bezaaid onder een dikke laag stro. Hier volgt een woordenwisseling over tussen de band en het studiopersoneel. “Normaal” is niet van plan om de vloer schoon te vegen en vertrekt. Een suppoost probeert ze nog tegen te houden op de parkeerplaats maar dat is tevergeefs. Nog voordat de uitzending is geweest, schrijft de Telegraaf een groot artikel over hoe de band zich heeft misdragen. Een betere reclame is er niet en “Oerend hard” stijgt tot de 2e plaats in de top 40.

Ik kan me nog herinneren dat ik in 1977 dit lied luidkeels brulde als ik op mijn chopper(met zijwieltjes) over het plein racete. Ook de clip kan ik me zo voor de geest halen. Het was een van de favoriete filmpjes bij Toppop van mij en mijn oma. Samen lachten we altijd als Tinus en Bertus buitenbeeld botsten. En dan kwamen ze even later in het verband en het gips het beeld weer ingestrompeld.

Wat ik niet heb meegekregen uit die tijd, is dat het de eerste hit was gezongen in een Nederlands dialect, het Achterhoeks. En “Normaal” was geen eendagsvlieg, wat een unieke prestatie genoemd mag worden, omdat de band pas in de jaren negentig gezelschap kreeg van bands als: Rowwen Hèze (Limburgs), De Kast (Fries), en Skik (Drents).

“Oerend hard” speelt (onbewust) ook in op de tijdgeest en het gevoel dat toen speelde onder motorrijders. Japanse merken namen de markt over en vertrouwde klassieke merken verdwenen. Ik denk dat het nummer minder bijval had gekregen als de tekst was geweest: “Bertus op zijn Suzuki en Tinus op de Yamaha”.

In 1985 brengt de groep een live-versie uit van “Oerend hard” . Deze single haalt de 26e plek in de top 40. De avonturen van Bertus en Tinus krijgen in 2000 een vervolg als de akoestische plaat “Effe zitten” verschijnt. Op de bonus-cd staat het lied “Oerend zacht” waarin Bertus en Tinus inbreken in het gemeentehuis. En het jaar daarop heeft de cd “Ik kom atlied weer terug” een verborgen track met het lied “Kallem an (Bertusman en Tinusman)”.


Top vijf Normaal

1 Oerend Hard
2 De boer is troef
3 Hendrik Haverkamp
4 Politiek
5 Ik mos pissen