Bat out of Hell

Eerder verschenen in Motorblaadje.nl

Olaf’s Motorplaatje:  Bat out of Hell

Omdat wij hier op de redactie niet alleen maar blij worden van motorrijden maar bijvoorbeeld ook van goeie muziek is er de rubriek 'Olaf’s Motorplaatje'. Olaf van der Wiel vertelt over zijn muzikale voorkeuren. En voor de vorm hebben de nummers dan wel weer te maken met motorrijden... Deze maand: Bat out of Hell.

Jaren geleden werkte ik met een collega die heel erg met haar geloof bezig was. Zo draaide zij elke morgen cassettebandjes met van die vrolijke hallelujapopmuziek die je verder alleen bij de EO hoort. Het begon aardig op mijn zenuwen te werken. Omdat ik ’s middags alleen werkte, bedacht ik een muziekkuur met een eigen verzamelcassette boordevol popmuziek met de woorden Hell en Devil in de titel. Zodra mijn collega de deur uit was zette ik de cassetterecorder aan en zong luidkeels mee. Als opener had ik gekozen voor “Bat out of Hell” van Meat Loaf en tijdens dit lied stond ik bovenop mijn bureau te luchtgitaren. En toen kwam mijn collega terug, ze was haar sleutels vergeten.
“Bat out of Hell” werkt niet alleen goed als tegengif voor EO-muziek, het is ook een geweldig motorplaatje van de eerste orde. Het lied is geschreven door Jim Steinman. Hij heeft de titel ontleend uit de openingsscène van de film “Psycho” van regisseur Alfred Hitchcock. In deze film zegt een stem: “All the clients in the Bates Hotel wished they would have left like a bat out of hell”.
Het lied begint met een intro van 2 minuten en pas in het 3e couplet komt er een motor aan te pas:

“I’m gonna hit the highway like a battering ram
on a silver-black phantom bike.
When the metal is hot and the enigine is hungry
and we’re all about to see the light.”

En er zit een fantastische gitaarsolo in, die begint als het gebrom van de motor en die later lost barst in een hels gegil. Daarnaast is het een liefdeslied over een jonge motorrijder die maar aan zijn meisje blijft denken.
Met dit lied wilde Steinman de beste motorcrachsong ooit schrijven, het mooie is dat het door de muziek lijkt of je achterop de motor meevliegt over het asfalt de ondergang van de bestuurder tegemoet. En Meat Loaf doet er met zijn dramatische zang nog een schepje bovenop.

Toen hij werd geboren op 27 september 1947 in Dallas, kreeg Meat Loaf van zijn ouders de naam Marvin Lee Aday. Zijn moeder, Wilma Artie, is een schooljuffrouw en zijn vader Orvis Aday is een politieagent. Zijn moeder zingt in het gospelkwartet “The Vo-di-do Girls”. Blijkbaar zit het in de familie om vreemde artiestennamen te kiezen. Zijn vader heeft maar één hobby en dat is drinken in de kroeg.
Wanneer Marvin Lee zijn bijnaam kreeg is onbekend, maar in zijn jeugd is men er mee begonnen. De naam Meat Loaf was op zijn omvangrijke lijf geschreven en is altijd blijven plakken.
Op de basisschool ontdekt Meat Loaf zijn talent voor zang en toneelspel. Hij doet vaak mee in de musicals van de school. In zijn pubertijd blijft hij bezig met zingen en hij ontdekt zijn hoge bereik.
In 1966 komt Meat Loaf 31 kilo aan in 4 weken tijd. Hij hoopt zo afgekeurd te worden voor dienstplicht in het Amerikaanse leger. Het mag niet baten, ondanks zijn zwakke schouder, zijn kleurenblindheid, en zijn corpulente voorkomen, wordt Meat Loaf geschikt geacht voor het vervullen van de militaire dienstplicht.
Het volgende jaar sterft zijn moeder na een lang en uitputtend ziekbed. Na de zoveelste vechtpartij met zijn vader loopt Meat Loaf weg van huis. Hij duikt onder in Dallas. Ondertussen wordt hij opgeroepen voor militaire dienst. Als hij de erfenis ontvangt van zijn moeder, koopt Meat Loaf een auto en vlucht hij naar Los Angeles. Hier gaat hij werken als portier bij een discotheek. Hij richt er zijn eerste band op “Meat Loaf Soul”, die in het voorprogramma staat van de groep “Them” van Van Morisson. Na enkele formatiewijzigingen heet de band “Floating Circus”. Ze krijgen lokale bekendheid en nemen een single op “Once upon a time”. Dit wordt geen succes en Meat Loaf besluit om auditie te doen voor de productie van de musical “Hair” in Los Angeles. Hij wordt aangenomen en stort zich vol overgave op zijn rol. Zijn optreden wordt opgemerkt door platenmaatschappij Motown, die hem en een collega uit “Hair”, de zangeres Stoney Murphy, uitnodigt om een plaat op te nemen. Ze krijgen beiden een zevenjarig contract en ze nemen een plaat op met duetten. De plaat wordt uitgebracht als “Stoney & Meatloaf”, met Meat Loaf aan elkaar als 1 woord. De single van het album “What you see is what you get” wordt een bescheiden hit. Ze gaan op tournee om het album te promoten, maar halverwege blijkt Motown geen interesse meer te hebben in het duo. Het liedje, dat gepland staat als volgende single “Who’s the leader of the people”, wordt uitgebracht door “Edwin Starr”, een andere Motown artiest. Het duo stopt met optreden en ze gaan ieder hun eigen weg. Stoney Murphy trekt naar het zuiden en wordt een veelgevraagde achtergrondzangeres, onder andere bij “The E-Streetband” en later bij “Little Feat”. Meat Loaf gaat naar New York om op Broadway mee te doen in de musical “Hair”.
In New York huurt Meat Loaf een theateragent in, die hem auditie laat doen voor de musical “More than you deserve”. Hij zingt er “(I’d love to be ) As heavy as Jesus” waarop jurylid en schrijver Jim Steinman zegt: “Son, I think you’re as heavy as two Jesuses.” Hij krijgt een rol in de musical en zo start zijn samenwerking met Steinman. Daarna speelt hij rollen in andere kleine musicals en hij neemt zijn eerste solosingle op. Met moeite krijgt Meat Loaf drie exemplaren mee voor promotiedoeleinden. Later blijken dit de enige drie overgebleven exemplaren te zijn. De platenmaatschappij doet niks en de single dus ook niet.
Meat Loaf speelt ondertussen in een nieuwe musical “The Rocky Horror Show”. Hij speelt de rollen “dr. Scott” en “Eddie.” Bij de laatste rol hoort het lied “Hot Patootie”.
Een jaar later wordt Meat Loaf de vaste invaller van John Belushi in de theatershow “National Lampoon Show”. Hier wordt hij ook herenigd met Jim Steinman, die speciaal voor hem een minimusical schrijft over Neverland (het land van Peter Pan) in de toekomst. De drie liedjes uit deze musical: “Heaven can’t wait”, “All revved up with no place to go” en “Bat out of hell” vinden ze zo goed dat ze er een heel album van willen maken. Omdat een demotape geen recht doet aan de ideeën van Steinman besluiten ze om de platenmaatschappijen af te gaan en om ter plekke een paar liedjes te spelen. Maar elk optreden loopt uit op een teleurstelling, de platenindustrie heeft geen interesse in de bombastische operarock van Steinman. Meat Loaf zegt over deze periode: “Soms leek het erop dat er platenlabels werden opgericht om ons nog een keer af te kunnen wijzen”.
Ondertussen wordt Meatloaf op basis van zijn versie van het lied “Hot patootie” uitgenodigd voor de rol van Eddie in de filmversie van “The Rocky Horror Picture Show”. In de film is Eddie een motorrijder die een pizza komt bezorgen terwijl hij “Hot patootie” zingt. Daarna komt hij snel aan zijn einde, om tijdens het diner in de grote finale terug te keren als hoofdgerecht. De film wordt een flop, maar wordt later gered door de homoscene van New York. Die de film adopteert en in de bioscoop mee gaat spelen met scènes uit de film. Ze leren de pasjes van het dansje “Time Warp” en gooien met rijst naar het scherm als er een bruidje in beeld komt. Uiteindelijk groeit de film uit tot een cultklassieker.
Na zijn filmavontuur keert Meat Loaf terug naar Steinman in New York die een aantal nieuwe liedjes heeft geschreven. Eindelijk lacht het geluk hen toe. Popmuzikant Todd Rundgren heeft interesse om de plaat op te nemen en hij betaalt zelf voor de produktie. Eind 1975 wordt de opnamen gestart van “Bat out of hell” met Roy Bittan (piano) en Max Weinberg (drums) van Bruce Springsteen’s “E-Streetband” en met Kasim  Sulton (bas) en Roger Powell (synthesizer) van Todd Rungren’s “Utopia”.
Eindelijk vallen alle puzzelstukjes op hun plaats: Meat Loaf zingt de sterren van de hemel, Steinman kan zich helemaal laten gaan, de muzikanten zijn top en producer Rundgren is geniaal en heeft voor alles een oplossing.
Zo wil Steinman een motorgeluid in “Bat out of Hell”. Geen probleem voor Rundgren, hij speelt het wel op zijn gitaar en tijdens de opname schakelt hij naadloos over op de gitaareruptie die erna komt. Binnen het uur heeft hij alle gitaarpartijen gespeeld en opgenomen. Da’s verbazend snel als je bedenkt dat het nummer zelf 9:51 minuten duurt.
Rundgren heeft geen geld meer om de plaat in eigen beheer uit te brengen, maar platenlabel “Cleveland International” heeft interesse. Heel langzaam ontdekken radio- en televisieprogramma’s het album en als “Paradise by the dashboardlight” op single verschijnt, is het hek van de dam. Dit is vooral te danken aan de spetterende videoclip. Andere hits volgen en het album wordt na “Thriller” van Michael Jackson en “Back in Black” van AC/DC, het bestverkochte album ter wereld. Meat Loaf toert 2 jaar de wereld rond met zijn begeleidingsband “Neverland Express”.
Daarna duikt hij weer de studio in om met Steinman aan de opvolger te werken. Maar tijdens de  opname van “Bad for Good” raakt Meat Loaf zijn stem kwijt. Onder druk van de platenmaatschappij neemt Steinman de liedjes op met andere vocalisten en de plaat wordt op naam van Steinman uitgebracht. Voor Meat Loaf heeft het bezoek aan de studio ook iets positiefs opgeleverd, hij ontmoet er receptioniste Leslie Edwards met wie hij later trouwt.
Omdat hij niet kan zingen stort Meat Loaf zich op acteerwerk. Zo speelt hij de hoofdrol in de film “Roadie”, waarvoor hij lovende kritieken ontvangt. Het sterkt zijn zelfvertrouwen en zijn stem komt terug. Vol enthousiasme stort hij zich op een nieuw studioproject, helaas heeft zijn maatje Steinman het te druk met zijn eigen plaat. Hij schrijft nog wel de liedjes voor het nieuwe album “Dead Ringer” van Meat Loaf, maar hij heeft geen tijd om zich met de opnamen te bemoeien. Met het titelnummer “Dead Ringer for Love”, een duet met Cher, scoort Meat Loaf weer een grote hit. Hij speelt ook mee in een film met de titel “Dead Ringer”, maar die flopt.
Dan krijgt Meat Loaf ruzie met Steinman en moet hij noodgedwongen op zoek naar een andere liedjesschrijver. Om de platenmaatschappij tevreden te houden, schrijft hij de meeste liedjes voor zijn derde plaat “Midnight at the lost and found” zelf.
Ondertussen loopt de belangstelling voor zijn concerten terug en Meat Loaf is genoodzaakt om van de stadions over te stappen naar het clubcircuit. Tot overmaat van ramp komen er rechtzaken met oude managers en Meat Loaf gaat failliet.
Hij brengt nog “Bad attitude” uit, met daarop twee overgebleven composities van Steinman, maar het mag niet baten. Meat Loaf ziet af van nieuwe opnamen en hij besluit om voorlopig alleen nog te toeren. Dat brengt direct geld op en zo kan hij zijn naam als podiumact vasthouden.
In 1986 is Meat Loaf ineens weer helemaal terug met het album “Blind before I stop”. Dat hij onder leiding van Frank Farian, bekend van “Boney-M” en later “Milli Vanilli”, opneemt. De single “Rock ’n roll mercenaries”, een duet met John (St. Elmo’s Fire) Parr, wordt een bescheiden hitje.
Ook de platenmaatschappij gelooft er niet meer in. Ze brengen vlug “Live at Wembley”uit om van het contract met Meat Loaf af te zijn. En Meat Loaf lijkt de geschiedenis in te gaan als die zanger die in de jaren 70 één fantastische plaat maakte en daarna weer langzaam terugzakte in de vergetelheid.
Maar Meat Loaf geeft zichzelf nog één kans, hij moet zijn volgende plaat weer met Steinman maken. Tot die tijd beperkt hij zich tot optreden en acteren.
Eind 1990 heeft Steinman eindelijk tijd om weer samen te werken met Meat Loaf. Na 2 jaar voltooien ze “Batt out of Hell II: Back into Hell”. De single “I’d do anything for love (but I won’t do that)” bereikt in 28 landen de eerste plaats. En Meat Loaf is weer helemaal terug. Het regent prijzen en hij gaat op wereldtournee. Deze keer zingt zijn dochter Pearl mee in het achtergrondkoortje. Later werkt ze ook voor “Mötley Crüe”, waarvan de leden weer liedjes gaan schrijven voor pappa Meat Loaf.
In 1995 brengt hij zijn zevende studioalbum uit “Welcome to the neighborhood” met de daarop de hitsingle “I lie for you (and that’s the truth)”. Het nummer is geschreven door Dianne Warren. Het volgende jaar is hij te zien in de film “Spice World” als buschauffeur van de “Spice Girls”. In 1998 wordt de verzamelaar “The very best of Meat Loaf” de markt op geslingerd met alle hits en drie nieuwe liedjes.
Een jaar later speelt Meat Loaf een memorabele rol in “Fight Club”, waardoor hij steeds vaker gevraagd wordt voor bijrollen. In 2001 doet hij mee in 5 films waaronder, de onderschatte “The 51st State”.
Twee jaar later verschijnt een nieuw studioalbum “Couldn’t have said it better” dat het redelijk doet maar dat geen nieuwe hit oplevert. Tijdens de wereldtournee door Australië neemt Meat Loaf met een klassiek orkest de plaat “Bat out of Hell: Live with the Melbourne Symphony Orchestra” op. Het volgende jaar in 2005 stort Meat Loaf in op het podium. Hij blijkt de ziekte Wolff/Parkinson/White syndroom te hebben en gaat de volgende dag onder het mes. Het vervolg van deze tour mag hij maar 1 uur en 45 minuten optreden.
Het jaar 2006 staat weer in het teken van “Bat out of Hell 3: The Monster is Loose”. Eerst moet Meat Loaf met Steinman, die de rechten heeft geclaimed van “Bat out of Hell”, tot een overeenkomst komen. Als dat geregeld is, starten de opnamen van de plaat onder leiding van producer Desmond Child, bekend van “Bon Jovi”. De single “It’s all coming back to me now” wordt een grote hit. Ter promotie van het album volgt er een kleine wereldtournee. Het volgende jaar komt er een uitgebreide toer met een spectaculaire show “Seize the night”. Tijdens deze tournee wordt de documentaire “Meat Loaf: in Search of Paradise” opgenomen, dat een inkijkje biedt in het onzekere leven on the road van Meat Loaf. Door problemen met zijn stembanden moet Meat de Europese tournee halverwege afbreken. Het jaar daarop komt hij met een nieuwe show terug. Dit jaar zit hij in de studio om met Rob Cavallo, die eerder met “Green Day” en “Kid Rock” werkte, nieuw materiaal op te nemen. Het album staat gepland om volgend jaar te verschijnen. Misschien doet Scott Ian van “Anthrax” dan ook wel mee want hij is getrouwd met Meat Loaf’s dochter Pearl.


Top 5 Motorsongs Meat Loaf:

1 Bat out of Hell – 10 minuten Wagneriaanse rock van de bovenste plank
2 Where the rubber meets the road -
3 Objects in the rearview mirror may appear closer than they are – Autobiografische lied van Meat
4 Runnin’ for the red light (I gotta life) – Tja als groen je kleur niet is.
5 Nowhere fast – Zinloos gasgeven of wordt hier de Zen van het motorrijden doorgrond?